Bestandsgrootte en resolutie

Het rechthoekige raster van pixels waaruit een foto bestaat geeft de fysieke afmetingen van de afbeelding aan, de afbeeldingsgrootte.
Je kan die grootte uitdrukken in ... cm breed op ... cm hoog – wat ons bekender voorkomt – of in ... pixels breed op ... pixels hoog – wat handiger is voor fotobewerking. Het scherm bestaat immers ook uit pixels.

De resolutie is het aantal pixels per inch (1 inch = 2,54 cm) in de afgedrukte afbeelding.
Een afbeelding met resolutie 72 ppi (pixels per inch) bv. bevat 5 184 pixels per vierkante inch: 72 pixels breed x 72 pixels hoog = 5 184 puntjes op 6,45 cm².

De afbeeldingsgrootte en de resolutie van een afbeelding zijn omgekeerd evenredig: verklein je de afbeelding, dan verhoogt de resolutie en vergroot je de afbeelding, dan vermindert de resolutie.
Kleine afmetingen en een hogere resolutie zorgen voor een scherpere afbeelding met meer helderheid. Een grote foto met lage resolutie wordt vaag en bevat gekartelde lijnen.

Foto's die je downloadt van Internet bv. zijn meestal van slechte kwaliteit: ze hebben maar een beginresolutie van 72 ppi en de minste vergroting zorgt voor vaagheid en "korrel".
bv: als je een foto van 3 x 2 cm met resolutie 266 ppi vergroot tot 12 x 8 cm, maal 4 dus, dan verlaag je de resolutie tot 66 ppi – wat er zelfs op het scherm slecht uitziet.

De documentgrootte geeft aan hoe groot de afbeelding op papier te voorschijn zal komen; dit hangt rechtstreeks samen met de resolutie.

En wat is nu de beste resolutie?
Helaas, daar is geen eenduidig antwoord op mogelijk. Enkele tips.

• Schermen tonen een afbeelding met resoluties tussen 72 en 150 ppi. Net als een digitale kleurenfoto is het beeldscherm opgebouwd uit 24-bits kleurenpixels, combinaties van 8 bits elk voor rood, groen en blauw. Bij weergave 100% is 1 fotopixel = 1 schermpixel.
• Op een gewone printer krijg je een aardige afdruk vanaf 300 dpi (dots of punten per inch).
  • Printerresoluties variëren van 300 dpi tot 2400 dpi en hoger. Meer dan 1440 dpi is zelden nuttig.
  • Vergeet niet om "fotokwaliteit" te kiezen in de printerinstellingen.

bv: bekijk een bitmap van 300 px breed en 200 px hoog.
We geven de printer de opdracht om af te drukken met afdrukresolutie 300 dpi, d.w.z. 300 pixels op 1 inch of 2,54 cm.
De bitmap van 300 x 200 px wordt dan afgedrukt als fotootje van 2,54 cm op 1,7 cm (= 2/3 van 1 inch).
Geven we de printer opdracht om af te drukken aan 100 dpi, dan wordt de foto 7,62 cm breed (300 px worden nu verdeeld over 3 inches) en 5,08 cm hoog (200 px verdeeld over 2 inches).

De bestandsgrootte wordt berekend als: aantal Kbytes geheugen = hoogte in bits x breedte in bits x bitdiepte
hoogte in bits x breedte in bits kennen we ook als de afbeeldingsgrootte;
de bitdiepte is het aantal bytes (1 byte = 8 bits) dat per pixel gebruikt wordt om de eigenschappen van de pixel op te slaan, bv. bitdiepte 3 = 24 bits per pixel = 24-bits afbeelding