Een van de grote voordelen van Internet is dat alle denkbare computersystemen er vrij behoorlijk met elkaar samenwerken.
Die heksentoer wordt tot stand gebracht door een gestandaardiseerde code die door elk systeem kan gelezen worden: de html-code, wat staat voor HyperText Markup Language.
Deze eenvoudige taal, die door middel van dubbele tags (codes tussen < >) bepaalt hoe stukken tekst,
foto’s of andere elementen op het scherm moeten komen, werd al in 1990 ontwikkeld.
De officiële commissie die de standaard voor html (nu HTML5) moet vastleggen is het World Wide Web Consortium, W3C.
Eigenlijk heb je voor het maken van een html-document niet meer nodig dan een heel eenvoudige teksteditor zoals NOTEPAD. Je moet immers het document bewaren als zuivere ASCII- of UNICODE-tekst.
Wil je een uitgebreider (gratis) hulpmiddel, dan kan je bv. Notepad++ downloaden.
HTML zorgt voor de structuur van elke webpagina, CSS voor de opmaak en JavaScript voor de actie.
Dat is allemaal client side code, die door je webbrowser geïnterpreteerd en verwerkt wordt.
Voeg je een database aan je website toe, dan heb je server side technieken nodig, zoals MySQL en PHP.
Deze website is volledig client side. Rechtsklik in een pagina en kies Paginabron Weergeven om de onderliggende code te bekijken.