Matrixformules

Bij een matrixformule voer je een berekening uit op een heel bereik tegelijk.

Er zijn drie soorten matrices (E: arrays)

Een rijmatrix is een ééndimensionale horizontale matrix: 1 rij waarden, bv: A1:F1
Een kolommatrix is een ééndimensionale horizontale matrix: 1 kolom waarden, bv: A1:A5
Een rechthoek met waarden is een tweedimensionale matrix, met meer kolommen en rijen, bv: A1:F5

Je kan een matrix ook expliciet als zodanig ingeven. Dan kan je alleen de eerste cel - die met de formule in - bewerken:

Voor een rijmatrix is het scheidingsteken dus een backslash (\), voor een kolommatrix is dat een puntkomma (;).

Er zijn twee soorten matrixformules:

matrixformules die verschillende berekeningen uitvoeren om één resultaat te bekomen en
matrixformules om meer resultaten te berekenen.

Voorbeeld van een matrixformule die één resultaat berekent

Beide bereiken moeten even groot zijn: elke cel in bereik B2:F2 wordt eerst vermenigvuldigd met de overeenkomende cel in bereik B3:F3 en daarna wordt de som van de producten gemaakt.

Voorbeeld van een matrixformule die meer resultaten berekent

Hier heb je drie bereiken met dezelfde afmetingen:

De beide bereiken waartussen een berekening uitgevoerd wordt, B2:F2 en B3:F3;
Het resultaatbereik B5:F5 met de uitkomsten van de berekening

Je typt de formule in B5 en zodra je Enter drukt, wordt ze automatisch uitgebreid naar de rest van het bereik.

DOEGebruik de correcte matrixformule

Download matrices.xlsx en open in Excel.
Activeer zo nodig Blad3. Zet in cel A1 een matrixformule die als resultaat oplevert:
Activeer Blad1. Zet in G1 de correcte matrixformule, zodat je dadelijk, zonder kopiëren, alle uitkomsten krijgt, zie bijgeplakt voorbeeld G11 tot I14.
Activeer Blad2. In C6 komt de formule voor het eerste totaal: alle aantallen maal alle prijzen bij koers 1.
Pas de formule in C6 aan zodat je kan kopiëren naar D6 en E6: telkens de aantallen maar nu resp. maal koers 2 of koers 3.