Alineakader en -achtergrond

InDesign bevat drie opties om alinea's een kader of achtergrondkleur te geven: alinealijnen, alinearanden en alinea-arcering.

Klik in de alinea en

ofwel klik je rechts in het regelpaneel op het paneelmenu en kies je daar de opties;
ofwel open je via menu Tekst het palet Alinea en vind je daar in het paletmenu dezelfde opties;
en voor randen (= kader) en arcering (= achtergrond) kan je het regelpaneel in alineamodus ¶ gebruiken: zet een vinkje aan de correcte optie of Alt-klik op het vierkantje met de blokjes voor een achtergrond of het vierkant met ¶ voor een kader.
Dezelfde instellingen voor randen en arcering vind je in palet Alinea en via de 3 puntjes onder Alinea in het eigenschappenvenster.
OF je maakt een alineastijl en kiest voor alinealijnen, randen of arcering in het stijlenvenster.

Voor alle drie geldt dat ze samenhangen met de alinea, dus als de alinea een nieuwe plaats krijgt in het document, verhuizen kader en achtergrond mee.

Alinealijnen (Paragraph Rules) gebruik je om een streep onder en/of boven de geselecteerde alinea toe te voegen.

Linksboven in het keuzelijstje selecteer je welke lijn je wil instellen, Lijn Boven (Rule above) of Lijn Onder (Rule below) de alinea. In het vakje ernaast zet je een vinkje als je de lijn inderdaad bij de geselecteerde alinea wil zien verschijnen.
Stel de Dikte (Weight), het Type en de Kleur (Colour) plus eventueel bij Tint het percentage van de gekozen kleur in voor de alinealijn.
Met Lijn Overdrukken (Overprint stroke) zal de alinealijn doorheen een object erboven schijnen.
Kleur Tussenruimte (Gap colour) is enkel van toepassing als je een patroon als type gekozen hebt, zoals bolletjes of streepjes. Dan kan de witruimte tussen het patroon ook een kleur krijgen.
Breedte (Width): bij een tekst in kolommen kan je de lijn over de kolombreedte of de hele paginabreedte laten lopen, met of zonder Links Inspringen (Left indent) of Rechts Inspringen (Right indent).
Verschuiving (Offset) zorgt ervoor dat de alinealijn hoger of lager komt dan de normale plaats boven of onder de basislijn van de alinea.

Meestal is de optie Alinearanden echter een handiger alternatief.

Zet een vinkje aan Rand en vul de dikte in: standaard zijn de vier randen even dik, maar je kan het slotje uitklikken en bv. Links en Rechts op 0 punt zetten als je enkel een boven- en onderrand wil.
Kies het Type lijn en eronder de Kleur. Als je voor een onderbroken lijntype koos, kan je de tussenruimte een aparte kleur geven en zelfs de uiteinden een andere vorm geven.
Bij Hoekgrootte en -Vorm kan je kiezen voor afgeronde hoeken of een andere hoekvorm en onderaan bij Verschuivingen of de strepen verder van of korter bij de alineatekst komen.

Een Alinea-Arcering, een achtergrondkleur dus, kan ook, apart of samen met een kader:

Activeer bij Alinearanden en -Arcering de tab Arcering en zet een vinkje aan Arcering.
Kies een Kleur en hoeveel procent van die tint je wil, bv. 20% zwart = lichtgrijs.
Eventueel kan je het standaard rechthoekige achtergrondvlak een aparte hoekvorm geven en via Verschuivingen groter of kleiner maken of maar half onder de alinea zetten.

DOE werk verder aan het receptenboek

Open het resultaat van de vorige pagina.
Rond de 2e en 3e tekstregel samen komen alinealijnen; daarom hebben we er één alinea van gemaakt met SN.
Selecteer die alinea en kies bv. op het regelpaneel via het paneelmenu de optie Alinealijnen..
Zorg voor dunne dubbele rode alinealijnen, 4 punt dik, met 6 mm verschuiving boven de basislijn en 5 mm voor de onderste lijn.
Controleer dat de volledige alinea geselecteerd is en maak er een alineastijl RodeLijnen van, zodat je in alle recepten dezelfde opmaak gebruikt.
Sla het document op, we werken eraan verder in de volgende pagina.