Meer over tekstvakken

Tekstvakken kan je aanpassen en opmaken net zoals een getekend object. Bovendien kunnen de vakken aan elkaar gekoppeld worden, zodat tekst automatisch van het ene in het andere vak overvloeit.

Zet je bij de creatie van een nieuw document een vinkje aan Primair Tekstkader (Master Text Frame), dan wordt automatisch op elke pagina van een tekstdocument een tekstvak van marge tot marge voorzien en al die vakken zijn verbonden.
Maar voor stukjes tekst kan je ook zelf een afzonderlijk vak tekenen:

Methode 1 (standaard): kies het tekstgereedschap, klik in de pagina of het plakbord voor de linkerbovenhoek en sleep tot je een rechthoekig kader hebt. Laat de muisknop los en begin te typen.
Methode 2: teken een plaatshouder of een gewone rechthoek/ovaal/veelhoek, klik met het tekstgereedschap in dit object en begin te typen.

Standaard is een tekstvak rechthoekig; dat kan je wijzigen via menu Object – Vorm Omzetten (Convert Shape).

Tekstvakken koppelen

Tekstvakken die aan elkaar gekoppeld zijn heten verbonden kaders, threaded frames. De tekst die in verbonden vakken doorloopt is een artikel, story.

Heb je aparte tekstkaders getekend en wil je ze koppelen?

Kies het selectiegereedschap en klik op de uitpoort van het tekstkader:
- De cursor wordt een geladen-tekst-cursor.
Breng die binnen het tekstkader dat je wil koppelen. Aan de cursor verschijnen twee schakeltjes; klik en de kaders zijn gekoppeld.

Tekstvakken splitsen

Wil je de verbinding tussen twee tekstkaders verbreken?

Klik op de inpoort van het vak dat je uit de koppeling wil halen.
Breng de cursor binnen dat vak, zodat er verbroken schakels aan de cursor verschijnen en klik.

De tekst die in dit vak – en eventuele volgende gekoppelde vakken – stond, komt in de overloop van het vorige vak terecht.

Of wil je de inhoud van één tekstvak over twee tekstvakken verdelen?

Gebruik het selectiegereedschap om het tekstvak op te rollen tot de tekst die je in een ander vak wil zetten niet meer zichtbaar is.
Klik op de rode uitpoort zodat je een geladen-tekst-cursor hebt en klik daarmee waar de linkerbovenhoek van het nieuwe kader moet komen.

Je kan de verbindingen tussen tekstvakken ook visualiseren: kies in menu Weergave (View) – Extra's (Extras) – Tekstverbindingen Tonen (Show text threads).

Opties voor tekstvakken

Via rechtsklikken of via menu Object – Opties Tekstkader (Text frame options) – kan je allerhande instellingen voor tekstkaders voorzien.
Zet een vinkje aan Voorvertoning (Preview) om dadelijk de uitwerking van de opties te beoordelen in het document.

Tabblad Algemeen (General):

maak kolommen in het tekstvak in plaats van op de pagina;
pas de ruimte tussen de rand van het vak en de tekst aan, de Inzetafstand;
standaard staat tekst tegen de bovenkant van het tekstvak, via Verticaal Uitvullen kan je dat aanpassen.

Heb je kolommen in het tekstvak voorzien, dan kan je er ook Kolomlijnen tussen zetten.

Tabblad Opties Basislijn (Baseline options):

Verschuiving Basislijn (First baseline offset): de eerste regel binnen een tekstvak plakt meestal tegen de bovenkant en komt er soms gedeeltelijk boven uit. Hier kan je de verhouding tussen de basislijn van de eerste tekstregel en de bovenkant van het tekstvak regelen.
Opties Basislijnraster (Baseline grid): binnen een tekstkader kan je een apart basislijnraster voorzien, waarmee je het tekstkader eruit laat zien als 'lijntjespapier' met een hulplijn voor de basislijn van elke tekstregel.

Tabblad Grootte Automatisch Aanpassen: Automatische Aanpassing (Auto-sizing) staat standaard uit.
Activeer je deze opties, dan kan je het tekstkader zó instellen dat het formaat ervan automatisch wordt aangepast wanneer je tekst toevoegt, verwijdert of bewerkt. Je kan de automatische aanpassing toepassen op het hele kader of alleen de hoogte of breedte.

Op tabblad Voetnoten bepaal je bv. of de voetnoottekst over meer kolommen moet uitlopen.

DOE ga verder met de oefening "Digitale journalist"

Start InDesign en open het document van de vorige pagina.
Zet een horizontale hulplijn op 50 mm.
Plaats de tekst journalist.doc in de tweede kolom vanaf deze hulplijn. Laat de tekst doorlopen op de tweede pagina (= plaatsen met Shift ingehouden).
Selecteer de titel Digitaliseert de journalist? en knip die uit, bv. met Cx of rechtsklik en Knippen.
Teken een tekstvak in de lege ruimte bovenaan de tweede kolom en plak de titel erin, bv. met Cv.
Selecteer het vak met het selectiegereedschap. Dit is een onafhankelijk tekstvak, dat zie je aan de lege uitpoort = het lege vierkantje onder het gele.
Klik op het grote tekstvak en kijk onderaan rechts naar de uitpoort, daar staat een blauw pijltje in: dit is een afhankelijk tekstvak, de tekst loopt door in het vak op de volgende pagina.
Zet het tekstvak met de titel tegen de bovenmarge en zorg dat het van de kolomhulplijn tot de rechtermarge loopt.
Dat titelvak is 20 mm hoog (regelpaneel of eigenschappenpalet).

We willen subtitel en auteur in een apart afhankelijk tekstvak zetten, zodat we dat vak een eigen opmaak kunnen geven.

Kijk naar de eerste regel van de tekst zelf. Zet met het tekstgereedschap een N voor Bart Nagel, zodat de naam van de auteur een aparte alinea wordt.
Neem terug het selectiegereedschap en rol het grote tekstvak op tot net onder de auteur. Dat doe je door het vierkantje midden op de onderrand naar boven te slepen.
Klik op het blauwe pijltje in de uitpoort: je krijgt een geladen-tekst-cursor.
Klik daarmee tegen de kolomhulplijn een beetje lager dan het vorige tekstvak, zodat de tekst vandaar terug doorloopt.
Zet de bovenkant van dit tekstvak op Y = 68 mm. Controleer daarvoor op het regelpaneel of in het eigenschappenpalet dat het referentiepunt linksboven geselecteerd is.
Rol eventueel de onderkant van het vak terug wat op, zodat de onderkant tegen de ondermarge staat.
Sla het document op, we gaan ermee verder in de volgende pagina.