Een selectie aanpassen
Als je een selectiekader niet meteen goed tekent, heb je twee mogelijkheden: je begint opnieuw of je past het mislukte kader aan.
Even de mogelijkheden bekijken.
Je kan de selectie opheffen: knop Deselecteren op de contextuele taakbalk of in menu Selecteren .
Was de selectie je laatste actie, dan kan je in menu Bewerken – Ongedaan Maken (= Cz ) kiezen.
Je kan een bestaand selectiekader uitbreiden: houd S in en sleep verder.
Of wil je het selectiekader verkleinen? Houd A in en sleep naar binnen.
Geen zin om toetsencombinaties te onthouden? Gebruik het optiepalet:
Standaard is het eerste knopje ingedrukt, Normaal selecteren.
Klik op Toevoegen als je een bestaande selectie wil uitbreiden.
Gebruik Verwijderen om een bestaande selectie te verkleinen, er een stuk uit te halen.
Met Doorsnede houd je van de originele selectie enkel het deel over, dat je met deze optie opnieuw selecteert.
Selecteren – Selectie Omkeren gebruik je om het niet-geselecteerde deel van de afbeelding te selecteren in plaats van de originele selectie.
Gebruik op de contextuele taakbalk of in menu Selecteren – Transformatie Selectie om de selectie te vergroten, verkleinen, verplaatsen, roteren, enz.
Breng je de cursor in een selectie – met een selectiegereedschap actief – dan kan je het selectiekader verplaatsen.
Pas op : activeer je het verplaatsgereedschap en sleep je daarmee, dan verplaats je de inhoud, niet het selectiekader.
Ben je met een selectiegereedschap niet precies op het juiste punt beginnen slepen?
Druk tijdens het slepen op de spatiebalk en je kan de selectie verplaatsen.
Omdat een correcte selectie zo belangrijk is voor het verder verloop van de fotobewerking, heeft Photoshop zelfs een volledig menu Selecteren voorzien.
Alles : selecteer de hele afbeelding
Deselecteren : hef de selectie op (idem: druk Ctrl-D)
Opnieuw Selecteren : herhaal de laatst uitgevoerde selectie
Selectie Omkeren : wissel niet-geselecteerd en geselecteerd gebied om
Alle Lagen : selecteer niet op één laag (standaard), maar door alle lagen heen
Selectie Lagen Opheffen : selecteer terug standaard op één laag
Lagen Zoeken : zoek een bepaalde laag in een erg gelaagde afbeelding
Lagen Isoleren : kies een geïsoleerde laag uit om te bewerken, de andere worden even vergrendeld
Kleurbereik : kies deze optie en klik op een tint in de afbeelding en alle pixels van een gelijksoortige tint worden geselecteerd (alternatief voor de toverstaf)
Scherpstellingsgebied : selecteer het gebied dat de focus heeft, met meer (Scherp Bereik naar 0) of minder (Scherp Bereik naar rechts) omtrekpixels.
Onderwerp : kies deze optie om een duidelijk gedefinieerd gebied in de foto te selecteren
Lucht : selecteert de lucht in de foto
Selecteren en Maskeren : opent een apart venster om zeer nauwkeurige selecties te maken en zet die selectie in een laagmasker
Bewerken – Omranden : selecteert een rand rondom de originele selectie
Bewerken – Vloeiend Maken : zal scherpe hoeken en vreemde uitsteeksels in de selectie afronden
Bewerken – Vergroten : breidt de selectie in alle richtingen uit met een vast aantal pixels
Bewerken – Slinken : verkleint de selectie in alle richtingen met een vast aantal pixels
Bewerken – Doezelaar : vervaagt de rand tot het opgegeven aantal pixels
Toename : selecteert alle pixels die grenzen aan de bestaande en waarvan de tint binnen de tolerantiewaarde valt die ingesteld is bij Toverstaf
Gelijkend: selecteert alle pixels in de hele afbeelding waarden de tint binnen de tolerantiewaarde valt die ingesteld is bij Toverstaf
Transformatie Selectie : vergroot, verklein, roteer of vervorm de selectie
Bewerken in Snelmaskermodus : in plaats van de standaardmodus, waar een selectie getoond wordt als een bewegende stippellijn
zal je werken in snelmaskermodus, waar het niet-geselecteerde deel bedekt wordt door een rode laag.
Selectie Laden : haal een opgeslagen selectie terug op
Selectie Opslaan : heb je dezelfde selectie nog wel eens nodig? Bewaar ze.
DOE ga verder met de groentenman
Open de oefening van de vorige pagina .
Zoom goed in op het 'oog' = wortel met bes op. Selecteer het oog ruwweg met het ovaal selectiegereedschap.
Klik op de derde knop op de contextuele taakbalk, Selectie Transformeren :
Controleer op het optiepalet dat het schakeltje tussen B(reedte) en H(oogte) uit staat, zodat de verhouding niet behouden blijft.
Gebruik de ankerpunten op het transformatiekader tot de selectie precies rond het oog past en klik dan op de taakbalk op het vinkje, Vastleggen
Maak een kopie: druk Cc en daarna Cv .
Kijk in het lagenpalet: daar staat nu extra Laag 1.
Kies het verplaatsgereedschap en versleep het oog: het origineel blijft staan en de kopie staat op de laag apart.
Dubbelklik op gereedschap Handje om uit te zoomen. Sleep het oog op de meloen, positie zie voorbeeld .
Houd A in en sleep naar rechts: er wordt een kopie gemaakt van het oog (en van laag 1).
Omdat elk oog op een aparte laag staat, kan je ze ook achteraf nog verslepen op de meloen om ze een betere positie te geven, de oogpixels zijn niet versmolten met de meloenpixels.
Klik in het lagenpalet op laag Achtergrond zodat je een nieuw onderdeel kan selecteren.
Gebruik een ovaal selectiekader om het groen van de kiwi te selecteren en zet dat als mond op de meloen.
Sla op (compatibileit niet maximaliseren), we gaan verder met deze oefening in de volgende pagina .