Kop- en voetteksten

toe open

Een koptekst of een voettekst bestaat uit tekst en/of figuren die binnen de ruimte van de bovenmarge, resp. ondermarge afgedrukt worden.

DOE Maak de oefening over het migratiepact

Download het basisbestand, migratiepact.docx en bekijk het resultaat, migratiepact.pdf

  1. De eerste regel komt in de koptekst, gecentreerd, met een alinealijn onder.
  2. In de voettekst komt het paginanummer, ook gecentreerd, met een klein streepje en een spatie voor en na.
  3. De marges boven en rechts zijn 2 cm breed, de marges links en onder 2,5 cm.
  4. De tekst staat in thema Terugblik met subthema Gecentreerd; dat thema heeft Calibri als hoofdtekstlettertype. Pas de grootte aan naar 12 punt.
  5. De titel staat op de eerste regel, in stijl Titel. Pas de stijl aan: vet, volledig kader met schaduw, speciale streep van 3 punt dik.
  6. De tekst zelf krijgt ook een schaduw.
  7. De regel met de auteur is rechts uitgelijnd, in kleinkapitalen.
  8. De inleidende alinea staat cursief, met links en rechts 1,5 cm inspringing. Gebruik Shift-Enter om de laatste zin op een aparte regel te zetten.
  9. De alineatitels en subtitels (zie voorbeeld) gebruiken kop 1 en 2, met een aangepaste kopnummering:
  10. De Engelse naam voor het pact staat in het wit op een donkerblauwe markering.
  11. Onder kop 2 staat een opsomming met vinkjes, tegen de kantlijn.
  12. De zesde kop 1 zet je op de volgende pagina.
  13. De eerste regel onder kop 6) knip je uit en plak je in een tekstvak met tekstterugloop Vierkant (Invoegen – Tekstvak – Tekstvak Maken).
  14. In het woord onderhandelaar staat een tijdelijk afbreekstreepje (Invoegen – Symbolen – Speciale Tekens) en de tekst staat cursief, in grootte 14 punt.
  15. Geef het vak de juiste grootte, zodat de verdeling van de tekst over de regels overeen komt met het voorbeeld.
  16. Pas kop 2 aan: themakleur Bruin Accent 3, vet, onderstreept met stippeltjes, 24 punt ruimte boven de alinea.
  17. Wis de witregels boven 6.a en 6.c. Zorg dat 6.b en 6.d bovenaan een nieuwe pagina staan.
  18. Onderaan de tekst vormen twee symbolen uit lettertype Symbol een afsluitende lijn.
  19. Voeg een voorblad Austin in (Invoegen – Voorblad). De tekst op het voorblad is gekopieerd uit de basistekst. Vul je eigen naam in.
  20. Op het voorblad staat uiteraard geen kop- of voettekst. De paginanummering begint met 2.
  21. Sla op, we passen deze oefening aan in pagina Kolommen.