Lagen bewerken

De inhoud van een laag en de laagopties kan je uiteraard aanpassen.

De laaginhoud verplaatsen

Om de hele inhoud van een laag van plaats te veranderen, hoef je niets te selecteren:

Activeer de laag in het lagenpalet, d.w.z. klik op de naam ervan.
Kies het verplaatsgereedschap en schakel de optie Automatische Selectie Van Laag uit.
Klik ergens op de afbeelding en sleep.

Een kopie van een laag is dikwijls handig: druk Cj.

De volgorde van lagen

De bovenste laag in het lijstje staat op de voorgrond, de onderste vormt de achtergrond van je compositie.
De rangschikking van de lagen in je afbeelding heet de stapelvolgorde.

Om die volgorde aan te passen, sleep je de gewenste laag omhoog of omlaag in de lijst. Een dikke zwarte streep geeft aan waar de laag naar toe gaat.

De achtergrondlaag kan je niet zomaar verplaatsen, die moet je eerst ontgrendelen: dubbelklik op de achtergrondlaag, geef ze een naam en klik OK.

Daarna kan je bv een nieuwe laag onder de achtergrond zetten; als je nu delen van de achtergrond wist, krijg je een transparante achtergrond.

Lagen vergrendelen

Is een laag in orde, dan wil je zeker zijn dat er niets meer mee gebeurt, dat je ze niet per ongeluk toch verder aanpast. Wel, vergrendel ze.

In het lagenpalet vind je de opties voor vergrendelen:

Transparantie Vergrendelen beschermt de transparante pixels van een laag; je kan binnen de laag tekenen zonder dat de transparante pixels 'gevuld' worden.
Afbeelding Vergrendelen zorgt ervoor dat alle pixels van de laag niet meer bewerkt kunnen worden. Je kan wel nog de laag zelf verplaatsen en vervormen.
Positie Vergrendelen zorgt ervoor dat je de laag niet kan verplaatsen of vervormen; je kan wel de pixels bewerken.
Alles Vergrendelen gebruik je bv. als de laag klaar is. Je kan ze nog dupliceren of omhoog of omlaag verplaatsen in de lagenvolgorde, maar dat is zowat alles.

Lagen koppelen

De hele inhoud van één laag verplaatsen is makkelijk: activeer de laag, klik erin met het verplaatsgereedschap en sleep.

Wil je verschillende lagen samen verplaatsen? Dan moet je ze koppelen:

Selecteer de eerste laag, d.w.z. klik op de naam ervan in het lagenpalet.
Houd C in en klik op de andere laag of lagen die je aan de eerste wil koppelen.
Klik onderaan het lagenpalet op het schakeltje en de lagen zijn gekoppeld.

Wil je de koppeling terug kwijt? Klik op het schakeltje en de koppeling verdwijnt.

Heb je meer lagen die je in 't vervolg als één geheel wil behandelen? Maak er een groep van.

Kies in menu Laag – Nieuw – Groep.
Geef de groep een duidelijke naam en bevestig met OK.
De verzameling verschijnt als een mappictogram in het lagenpalet. Sleep de gewenste lagen naar de groep.

Met het driehoekje aan de groepsnaam kan je de groep open- of dichtvouwen.
Als de groep opengevouwen is, kan je een laag eruit slepen, naar het eerste niveau of een andere groep en vice versa.

Binnen een groep kan je de lagen op de gebruikelijke manier van volgorde veranderen: sleep ze omhoog (meer naar voorgrond) of omlaag (meer naar achtergrond).

Selecteer je in het lagenpalet de naam van een groep, dan gelden de acties die je hierna uitvoert voor de hele groep. Om iets te doen met een aparte laag, selecteer je die laagnaam in het lagenpalet.

Lagen verenigen

Als twee lagen volledig klaar zijn en je er zeker van bent dat er niets meer aan veranderd moet worden, kan je ze verenigen, er één laag van maken.

Selecteer de eerste laag, d.w.z. klik op de naam ervan in het lagenpalet.
Houd C in en klik op de andere laag of lagen die je met de eerste wil verenigen.
Kies in menu Laag – Lagen Samenvoegen.

Laat best de achtergrond zolang mogelijk apart; dat is immers meestal de originele foto.

Is de foto volledig klaar en mag die definitief – en zo klein mogelijk – opgeslagen worden, kies dan in menu Lagen (Layers) – Eén Laag Maken (Flatten image).
Tussen haakjes: best houd je zelf een kopie met alle lagen intact, voor het geval je de afbeelding in de toekomst toch nog zou moeten aanpassen.

Lagen uitlijnen

Met hulplijnen kan je zowel selecties als lagen ten opzichte van elkaar uitlijnen, maar voor lagen bestaat een extra methode:

Selecteer de eerste laag, d.w.z. klik op de naam ervan in het lagenpalet.
Houd C in en klik op de andere laag of lagen die je aan de eerste wil uitlijnen.
Kies in menu Laag – Uitlijnen de gewenste optie, op het middelpunt of een rand.

DOE begin de oefening Toetsenbord

Download zo nodig de zip met de basisbestanden voor de lagenoefeningen en pak uit in een oefenmap.
Bekijk keyboardEnd.jpg; dit resultaat willen we bereiken.
Open Start.psd en Clock.psd. Verplaats de klok naar de andere afbeelding en zet ze precies in het midden (automatische hulplijnen). Sluit Clock.PSD
Open palet lagen en dubbelklik op Laag1 om de naam aan te passen tot Klok.
Verberg de achtergrondlaag (oogje uit).
We willen de witte omtrek rond de klok verwijderen: activeer laag Klok, kies het tovergummetje, stel de tolerantie op 18 in (d.w.z. niet te hoog, anders wordt ook wit uit de klok gewist), Aangrenzend en klik in de achtergrond: die wordt transparant.
Maak de achtergrond terug zichtbaar, evenals lagen Gauge (drukmeter) en Bearing (lager).
Zet laag Klok op de voorgrond.
Sla een eerste keer op, we gaan verder met de oefening in de volgende pagina.

DOE maak het wazige bos

Download zo nodig de zip met de basisbestanden voor de lagenoefeningen en pak uit in een oefenmap.
Bekijk het resultaat, bosresultaat.jpg. Open bos.jpg en sla op als bos.psd.
Open ook paddestoel.jpg en vlinder.jpg.
Selecteer de hele afbeelding van de paddestoel met 20 px doezel en verplaats ze naar de linker benedenhoek van het bos. Dekking laag = 50%
Dupliceer de paddestoellaag tot de onderkant vol staat en voeg dan de paddestoellagen samen.
Dupliceer de verenigde laag, spiegel ze verticaal en zet ze tegen de bovenkant.
Dupliceer nog twee keer: eentje met halve draai rechts en de andere met halve draai links.
Selecteer de vlinder: begin met een rechthoekige selectie rond de vlinder, gebruik de toverstaf met optie Verwijderen om de achtergrond weg te halen, nog wat kleine selecties in modus Toevoegen en je hebt de vlinder, eventueel met een beetje achtergrond.
Zet de vlinder op het bos met dekking 50%. Dupliceer en spiegel de laag. Verenig beide lagen.